Zorgverzekeringswet
Algemene informatie
Aanspraak wijkverpleging
Het indiceren en het zorgplan
Eerstelijns Verblijf
Pgb en Zvw
Algemene informatie
Iedereen die in Nederland woont of werkt, is wettelijk verplicht een basisverzekering te hebben. Deze basisverzekering dekt de standaardzorg van bijvoorbeeld huisarts, ziekenhuis of apotheek. Daarnaast kan iedereen zich (vrijwillig) aanvullend verzekeren voor kosten die het basispakket niet vergoedt. Verpleging en verzorging thuis is onderdeel van het basispakket van de zorgverzekering. Dit heet ‘de aanspraak wijkverpleging’. Er geldt geen eigen risico voor de cliënt. De Zvw wordt uitgevoerd door de zorgverzekeraar.
Meer informatie over de Zorgverzekeringswet
Aanspraak wijkverpleging/indicatiestelling
De indicatie voor zorg voor je cliënt uit de aanspraak wijkverpleging wordt gesteld door de wijkverpleegkundige. Een wijkverpleegkundige is een HBO of master opgeleide verpleegkundige zijn. Veel wijkverpleegkundigen volgen nog een aanvullende scholing om goed te leren indiceren.
Wat staat er in de aanspraak wijkverpleging?
De aanspraak wijkverpleging is bedoeld voor cliënten die behoefte hebben aan verpleging en verzorging zoals verpleegkundigen die plegen te bieden, waarbij die zorg verband houdt met de behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop heeft én deze zorg niet gepaard gaat met verblijf in een instelling.
In het expertisegebied wijkverpleegkundige wordt heel overzichtelijk beschreven welke zorg wijkverpleegkundigen (en hun collega’s) nu plegen te bieden.
Voor wijkverpleging is er geen verwijzing van de huisarts nodig. De wijkverpleegkundige bekijkt samen met de cliënt – en eventuele mantelzorg – welke zorg noodzakelijk is (indicatiestelling). De wijkverpleegkundige bespreekt met de cliënt wat hij zelf nog kan, wat de mantelzorg kan en welke professionele verpleging en verzorging nodig is. Die professionele zorg wordt dan door het team wijkverpleging gegeven. Dat team bestaat uit één of meerdere wijkverpleegkundigen, verpleegkundigen en verzorgenden. De zorgverzekeraar vergoedt deze zorg uit de Zvw. Als de zorgbehoefte wijzigt, doet de wijkverpleegkundige een herindicatie en past ze de zorgafspraken en het zorgplan aan.
Onder wijkverpleging valt verpleging en verzorging die de cliënt thuis krijgt. Bijvoorbeeld hulp bij aankleden, douchen, naar het toilet gaan of wondverzorging. Maar ook het coördineren van zorg, coaching bij zelfmanagement en individuele, zorggerelateerde preventie. De wijkverpleegkundige is in eerste instantie een zorgverlener en geeft zorg of regelt dat zorg door het team wijkverpleging gegeven wordt. Bijvoorbeeld medicijnen klaarzetten en toedienen. Daarnaast bekijkt de wijkverpleegkundige welke andere ondersteuning nodig is op het gebied van welzijn en wonen en helpt de cliënt en mantelzorg om deze ondersteuning te krijgen, bijvoorbeeld vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Het indiceren en het zorgplan
Om tot een juist indicatiebesluit te komen, doorloopt de wijkverpleegkundige de stappen van het verpleegkundig proces. Een goede indicatiestelling omvat een zorgplan waarin de volgende zaken zijn opgenomen: een (brede) anamnese, een vaststelling en onderbouwing van verpleegkundige diagnoses of problemen, resultaten of Smart doelen die aangeven waar naartoe wordt gewerkt en een beschrijving van de daarvoor benodigde activiteiten. Daarbij wordt inzichtelijk gemaakt, welke activiteiten de cliënt zelf of zijn netwerk oppakt, van welke hulpmiddelen gebruik wordt gemaakt en welke professionele zorg wordt ingezet.
Om de uitgangspunten van het indicatieproces te borgen, heeft de beroepsgroep in 2014 ‘Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving’ vastgesteld. Het Normenkader is de beroepsnorm en beschrijft zes normen waaraan de wijkverpleegkundige moet voldoen om te mogen indiceren. Dit houdt tevens in dat de wijkverpleegkundige die indiceert zich committeert aan het Normenkader. De normen dragen bij aan een objectief, onbevooroordeeld en onafhankelijk indicatieproces.
- Indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van professionele autonomie.
- Indiceren en organiseren van zorg wordt gedaan door een bachelor- of masteropgeleide verpleegkundige.
- Indiceren en organiseren van zorg is gericht op versterken van eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten en het cliëntsysteem.
- Besluitvorming rond indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van het verpleegkundig proces. De methode die verpleegkundigen daarbij hanteren is het klinisch redeneren.
- De verslaglegging voldoet aan de V&VN-richtlijn voor verslaglegging (samenvattingskaart).
- De verpleegkundige overdracht voldoet aan de V&VN-standaard voor de overdracht van zorg.
Voor meer informatie over indiceren kun je de volgende documenten raadplegen:
Begrippenkader indicatiestelling (VenVN)
Normenkader indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving (VenVN)
Eerstelijnsverblijf
Onder de Zvw valt ook het eerstelijnsverblijf. Het kortdurend eerstelijnsverblijf (ELV) is er voor de behandeling, zorg en opvang van cliënten die vanwege medische redenen tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Bijvoorbeeld omdat de cliënt herstelt van een behandeling in het ziekenhuis, of omdat hij/zij tijdelijk extra zorg nodig heeft vanwege ziekte of het uitvallen van de mantelzorg. Eerstelijnsverblijf is altijd gericht op herstel en terugkeer naar de thuissituatie en vormt hiermee een belangrijke voorziening om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Binnen ELV zijn er drie varianten: laagcomplex, hoogcomplex en de mogelijkheid tot palliatieve zorg. De zorg die binnen de ELV instelling wordt geleverd valt onder verantwoordelijk van de instelling zelf. De huisarts is medisch eindverantwoordelijk bij patiënten met een laag complexe indicatie. Bij mensen met een hoog complexe indicatie ligt de medische eindverantwoordelijkheid bij de specialist ouderengeneeskunde van de instelling.
Meer informatie over ELV:
Pgb en Zvw
Wil een cliënt meer regie op zijn zorgverlening en zelf bepalen wie hem of haar verzorgt? Dan kan een persoonsgebonden budget (Pgb) een oplossing zijn. Dit is een budget (lees: geld) waarmee de cliënt zijn eigen zorg kan regelen en inkopen. Net als bij een ‘gewone’ indicatiestelling stelt de wijkverpleegkundige de indicatie. Samen met een budgetplan en een schriftelijke motivatie dient de cliënt (of een door hem aangewezen vertegenwoordiger) vervolgens bij de zorgverzekeraar een aanvraag voor een persoonsgebonden budget aan. Het is ook mogelijk om een indicatie voor wijkverpleging deels als zorg in natura (ZIN) uit te laten keren en deels in de vorm van een persoonsgebonden budget.
Komt iedereen in aanmerking voor een PGB? Nee dat is niet zo.
- De cliënt dient langdurig aangewezen te zijn op verpleging en verzorging (langer dan één jaar) met uitzondering van palliatieve terminale zorg.
- De budgethouder (cliënt of wettelijk vertegenwoordiger) moet op eigen kracht taken en verplichtingen t.a.v. het budgethouderschap kunnen uitvoeren
- De budgethouder moet op eigen kracht weloverwogen keuzes kunnen maken
- De budgethouder moet de zorgaanbieders zo aan kunnen sturen en hun werkzaamheden zo kunnen afstemmen dat er sprake is van verantwoorde zorg
Wil je meer weten over een PGB? Kijk dan eens op de website van SVB, Per Saldo, of die van de verschillende zorgverzekeraars.
Links voor meer informatie over PGB en Zvw