Wet maatschappelijke ondersteuning

Algemene informatie
Indicatiestelling
Welke ondersteuning valt onder Wmo?
Samenwerking wijkverpleegkundige en gemeentes
Persoonsgebonden budget (pgb)
Links voor meer informatie over de Wmo

Algemene informatie

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat ouderen, mensen met een beperking, psychische problemen of psychosociale problemen ondersteuning kunnen krijgen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en mee kunnen blijven doen in de maatschappij. Zij krijgen bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een rolstoel. Gemeenten voeren de Wmo uit. Zij bepalen zelf op welke manier ze dat doen. Iedereen die ondersteuning nodig heeft kan een beroep doen op de gemeente.

Het uitgangspunt van de Wmo is zelfvoorziening. Wat kan iemand zelf nog doen? Wat kunnen buren, vrienden of familie doen? En waar heeft iemand hulp bij nodig? Hoeveel? Gemeenten hebben ‘compensatieplicht’: zij moeten ervoor zorgen dat hun burgers gecompenseerd worden voor de functies waarin zij niet meer zelf kunnen voorzien. De gemeente biedt daartoe algemene voorzieningen (bijvoorbeeld een koffieochtend in een buurthuis) en maatwerkvoorzieningen (specifiek voor de cliënt) aan. Het aanbieden van maatwerkvoorzieningen houdt in dat de gemeente na onderzoek diensten, hulpmiddelen of aanpassingen aan de woning vergoedt.

Vaak moeten cliënten wel een eigen bijdrage betalen als zij hulp of voorzieningen uit de Wmo krijgen. Voor 2020 is deze bijdrage vastgesteld op een maximum tarief van 19 euro per maand. Dit zogenaamde abonnementstarief geldt voor alle maatwerkvoorzieningen en de algemene voorzieningen waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie. Het tarief geldt voor iedereen ongeacht inkomen, vermogen of gebruik. Er zijn enkele uitzonderingen:

  • mensen die nog niet de AOW leeftijd hebben bereikt en een huishouden voeren met minstens één andere persoon hoeven geen abonnementstarief te betalen
  • mensen die beschermd wonen (en verblijven in een zorginstelling) betalen een hoger tarief
  • gemeenten kunnen een lager tarief (dan het maximum bedrag van 19 euro) hanteren voor mensen met een minimuminkomen
  • voor mensen met een partner die zorgt ontvangt vanuit de WLZ (en dus ook een bijdrage voor WLZ betaalt) geldt een apart tarief. het CAK bepaalt dit.
  • voor algemene voorzieningen zonder duurzame hulpverleningsrelatie mag de gemeente een aparte bijdrage stellen.

Meer informatie over de Wmo

Indicatiestelling in de Wmo

Mensen krijgen niet zomaar huishoudelijke hulp, hulpmiddelen of woningaanpassingen (maatwerkvoorziening). Mensen kunnen daarvoor aankloppen bij het WMO loket of het sociale wijkteam van de gemeente. De gemeente doet na een aanvraag onderzoek naar de persoonlijke situatie van mensen. In een zogenaamd ‘keukentafelgesprek’ wordt besproken waar iemand behoefte aan heeft, welke rol het eigen netwerk kan spelen en welke professionele zorg nodig is. Ook wordt bekeken of er aanspraak gemaakt kan worden op andere wetten en voorzieningen. Denk aan de zorgverzekeringswet, de participatiewet of de Jeugdwet. De gemeente besluit uiteindelijk waar ze professionele zorgverleners voor willen en kunnen inzetten.

De indicatie wordt in dit geval dus gesteld door de gemeente. Met deze indicatiestelling wordt een ondersteuningsplan opgesteld, waarin de te bereiken doelen worden beschreven. Dit geeft de cliënt en zijn hulpverleners richting aan wat bereikt dient te gaan worden en op welke wijze dit bereikt kan worden.

Meer informatie over het keukentafelgesprek

Welke ondersteuning valt onder de Wmo?

De gemeente biedt ondersteuning aan om mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen én te laten meedoen met de maatschappij. Soms kan dat door algemene voorzieningen te treffen, maar vaak zijn voorzieningen nodig die specifiek voor een cliënt zijn, de zogenoemde maatwerkvoorzieningen.

Voorbeelden van algemene voorzieningen zijn:

  • boodschappendienst
  • advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling
  • een ontmoetingsruimte voor mensen die eenzaam zijn
  • maaltijdverzorging
  • maatschappelijke opvang
  • hulp aan buurthuizen en verenigingen

Voorbeelden van maatwerkvoorzieningen zijn:

  • vervoersvoorziening
  • vervoer in de regio
  • individuele begeleiding
  • beschermde woonplek
  • dagbesteding op maat
  • aanpassingen aan de woning (traplift, e.d.)
  • een rolstoel (bij langdurig gebruik)
  • respijtzorg
  • mantelzorgondersteuning
  • huishoudelijke hulp
  • maatschappelijke opvang

Meer in formatie over de WMO:

Meer informatie over ondersteuning uit de WMO

Samenwerking wijkverpleegkundige en de gemeente

Omdat de Wmo door de gemeente wordt uitgevoerd kunnen er verschillen optreden in de uitvoering van ondersteuning door gemeenten.  Als wijkverpleegkundige is het verstandig om te investeren in de samenwerking met de gemeente en je te informeren hoe de Wmo in jouw gemeente(s) uitgevoerd wordt. In de praktijk betekent dit dat je contacten onderhoudt met de WMO adviseur en dat je overlegt of participeert in het sociale wijkteam. Voor een goede samenhang in de zorg en ondersteuning aan jouw cliënt is samenwerking tussen het sociale – en het zorgdomein essentieel.

Persoonsgebonden Budget (pgb)

Als een cliënt hulp nodig heeft bij dagelijkse activiteiten of bijvoorbeeld zijn huis aan wil passen, kan hij daarvoor ook een pgb aanvragen bij de gemeente. De volgende diensten en hulpmiddelen komen daar onder andere voor in aanmerking:

  • huishoudelijke hulp
  • begeleiding in het dagelijks leven
  • dagbesteding of logeeropvang
  • aanpassing van de woning
  • rolstoel of scootmobiel.

De gemeente kan onder voorwaarden een pgb afgeven. Met het budget kan de cliënt zelf de ondersteuning kiezen of inhuren. Uitbetaling van diensten of hulpmiddelen vindt plaats via de SVB (Sociale Verzekeringsbank).

Bij het maken van de keuze voor een PGB kan de cliënt ondersteuning krijgen van een onafhankelijk cliëntondersteuner. Deze ondersteuning wordt vanuit de gemeente gratis aangeboden. Een cliënt kan ook zelf onderzoeken of hij voldoende in staat is om een PGB te beheren. daarvoor zijn verschillende hulpmiddelen ontwikkeld:

  1. Tien punten voor PGB vaardigheden 
  2. Handreiking minimale PGB vaardigheden

Belangrijke voorwaarden die de gemeente hanteert bij een pgb in de WMO:

  • mensen moeten duidelijk kunnen aangeven waarom zij een pgb willen; de gemeente kijkt vervolgens of een pgb bij hen past
  • de gemeente beoordeelt de kwaliteit van de diensten en hulpmiddelen die mensen inkopen
  • de gemeente toetst of het pgb op een juiste manier wordt ingezet. Bijvoorbeeld niet voor het betalen van mantelzorg.

Ook bij ondersteuning vanuit een pgb geldt een eigen bijdrage van de cliënt.

Links voor meer informatie over de Wmo

Meer informatie over pgb en Wmo

 

 

De informatie op deze pagina is grotendeels gebaseerd op het onderzoek dat VKI heeft uitgevoerd onder zorgverleners en experts, informatie van de rijksoverheid, het Zorginstituut Nederland,  www.regelhulp.nl en VWS, www.informatielangdurigezorg.nl. Verder is gebruik gemaakt van informatie van het CAK, het CIZ, de SVB, Actiz, V&VN en zorgverzekeraars/zorgkantoren.
De informatie op deze website is volledig herzien in januari 2021.