Wat is verzorgend leiderschap?

Op basis van het literatuuronderzoek en de verhalen van alle verzorgenden en experts valt een vrij eenduidig beeld te schetsen van het begrip ‘verzorgend leiderschap’. In dit hoofdstuk bundelen we de kenmerken en kijken we ook naar het verschil tussen vakmanschap en leiderschap.

Kenmerken van verzorgend leiderschap

Een verzorgend leider neemt een stevige positie in in de dagelijkse zorgverlening, in multidisciplinair overleg én in overstijgende overleggen, zoals werkgroepen en adviesraden. Ze[1] wordt gedreven door beroepstrots en een grote ambitie om bij te dragen aan het ontwikkelen en promoten van het vak van verzorgende.

Een verzorgend leider herken je aan de invloed die zij individueel en in teamverband uitoefent op de cliëntenzorg, de zorgorganisatie en de vakontwikkeling van zichzelf en collega’s. Ze onderbouwt haar handelen en bewaakt dat de zorg, de ondersteuning en de organisatie van zorg in het belang is van de cliënt. Ook als hiervoor regels anders moeten worden toegepast.

Een verzorgend leider:

  • is vakbekwaam;
  • neemt actief een coördinerende positie in de dagelijkse zorg rondom de cliënt en zijn kwaliteit van leven;
  • weet welke interventies nodig zijn, vanuit vakkennis, de relatie met de cliënt, de context en eigen intuïtie;
  • durft af te wijken van geldende normen als dat de kwaliteit van zorg verbetert;
  • toont moed om zaken bespreekbaar te maken en te kunnen incasseren als het tegenzit;
  • is zelfbewust van de eigen kwaliteit, waarde, rol en positie in de keten van zorgverlening;
  • maakt haar vak(bekwaamheid) kenbaar en zichtbaar;
  • werkt samen vanuit respect, vertrouwen en gelijkwaardigheid met andere beroepsgroepen;
  • heeft goede reflectieve en communicatieve vaardigheden;
  • is verantwoordelijk voor de eigen vakbekwaamheid en werkt actief aan persoonlijke en professionele ontwikkeling;
  • neemt een stimulerende, verbindende en lerende houding aan, met oog voor kwaliteiten van collega’s;
  • bewaakt de eigen grenzen en de grenzen van het vak;
  • toont voorbeeldgedrag en stimuleert collega’s het beste uit zichzelf te halen;
  • denkt mee over de strategische richting van de organisatie in een veranderende zorgwereld