Wat is nodig voor (meer) verzorgend leiderschap?

Wat hebben verzorgenden nodig om (meer) leiderschap te ontwikkelen in hun werkpraktijk? Deze vraag hebben we meegenomen in ons onderzoek en voorgelegd aan de experts en verzorgenden in de bijeenkomsten.

Op de agenda

Het lijkt simpel, maar het eerste advies is: maak verzorgend leiderschap bespreekbaar. Zet het op de agenda. Uit het verhalenonderzoek en de rondetafelgesprekken blijkt dat verzorgend leiderschap bestaat en in verschillende situaties al herkend wordt. Op basis van dit onderzoek hebben we kenmerken van verzorgend leiderschap beschreven, praktijkvoorbeelden gegeven en een eerste aanzet gedaan voor het onderscheid tussen vakmanschap en leiderschap aan de hand van de CanMEDS-rollen. Deze elementen vormen een kapstok om in gesprek te gaan over verzorgend leiderschap. Is er herkenning? Wat leert het verschil tussen vakmanschap en leiderschap ons? Wat hebben verzorgenden nodig om leiderschapskenmerken te ontwikkelen in hun beroepsuitoefening?

Aandacht en stimulans

Uit het verhalenonderzoek werd duidelijk: verzorgenden willen aandacht, ruimte en vertrouwen van hun organisatie. Verzorgenden zijn van grote betekenis voor de cliënten, zorgorganisaties en de samenleving, maar voelen zich vaak onzichtbaar, weinig gewaardeerd en niet gehoord. Als je hen echter stimuleert om op te staan, kunnen ze een enorme groei doormaken.

Uit ons onderzoek blijkt dat programma’s waarin verzorgenden gestimuleerd worden om zich te ontwikkelen in hun vak, zoals het V&VN-ambassadeurstraject en het VKI-project Verzorgenden in Transitie (ViT), een grote bijdrage leveren aan vaktrots en leiderschap. In de deelnemende teams bij ViT stonden leiders op: verzorgenden die het voortouw namen in ontwikkelteams, voor groepen gingen staan, tools ontwikkelden en zichzelf lieten zien. Coaching en commitment van het management is daarbij een belangrijke voorwaarde wil het leiderschap onder verzorgenden een kans krijgen. Managers moeten niet alleen achter de ontwikkelprogramma’s staan, maar verzorgenden ook coachen en ondersteunen bij de toepassing van de (nieuwe) kennis en ervaringen die ze opdoen.

Ambassadeurs/voorlopers

Ook het benoemen en stimuleren van ambassadeurs in organisaties bevordert leiderschap. Het is belangrijk om verzorgenden uit te nodigen, te stimuleren en uit te dagen om dingen te doen en proberen die zij anders niet hadden gedaan. Daarnaast leren verzorgenden graag van en met elkaar, en pakken ze samen activiteiten aan. Dit geldt ook voor deelname aan platforms, zoals die van de V&VN of de Verpleegkundige en Verzorgende Adviesraden van organisaties (VVAR). Hierin kunnen verzorgenden elkaar ondersteunen, zowel in bijeenkomsten als op bijvoorbeeld sociale media.

Verzorgend leiders zijn een inspiratiebron voor andere verzorgenden; ze dagen hun collega’s uit om zelf antwoorden op hun vragen te formuleren en stappen te zetten. Daarnaast is het, volgens de experts, belangrijk om ‘volgers’ de ruimte te geven. Niet iedereen wil zelf leiderschap vormgeven, maar zij kunnen wel leiders steunen en aanmoedigen, waardoor goede ideeën en verbeteringen een kans krijgen.

Beroepsdefinitie en -bescherming

Om als verzorgende leiderschap te tonen, is het ook belangrijk dat het vak serieus wordt genomen. In tegenstelling tot de verpleegkundige is de titel ‘verzorgende’ geen beschermde beroepstitel. Iedereen mag zich dus verzorgende noemen. Verzorgende IG is een zogenaamd Artikel 34-beroep. Deze beroepen hebben wel een wettelijk beschermde opleidingstitel, maar kunnen zich niet registreren in het BIG-register, en vallen niet onder het tuchtrecht. Iedereen mag zich dus verzorgende noemen.

De geïnterviewde experts adviseren dan ook om een nieuw beroepsprofiel van verzorgende te maken, zodat de rol en functie van de verzorgende IG/AG duidelijk zijn. Het huidige beroepsprofiel voor verzorgenden stamt uit 1999, het nieuwe profiel staat in de planning voor 2020. De experts vinden het daarnaast, net als verzorgenden, belangrijk een kritische blik te werpen op de verkorte opleiding tot verzorgende IG/AG. Volgens hen worden verzorgenden in deze opleiding minder goed opgeleid, maar mogen ze wel dezelfde zorg leveren. Het geeft de indruk dat het vak niet echt serieus wordt genomen.

Focus in de opleiding

Het begrip leiderschap wordt in het curriculum van de opleiding verzorgende IG (nog) niet genoemd. Leiderschapsvaardigheden komen wel aan de orde, maar verzorgenden en experts vinden het belangrijk dat leiderschap expliciet aan de orde komt in de opleiding. Ook zou beroepstrots deel moeten uitmaken van de opleiding, zodat verzorgenden leren voor zichzelf en hun vak op te komen.

Verzorgenden hebben daarnaast behoefte aan bij- en nascholing. Ze weten vaak goed waarin ze zich willen of moeten ontwikkelen, maar komen soms in de knel door de werkdruk en de verplichte opleidingen vanuit de organisatie. Onderwerpen die verzorgenden (verder) noemen als het gaat om bij- en nascholing:

  • opleidingen op het gebied van communicatie, feedback geven en ontvangen;
  • leren reflecteren en analyseren;
  • intervisie;
  • multidisciplinaire samenwerking;
  • netwerken en verbinden;
  • stellen van grenzen;
  • leiderschapsvaardigheden.