Voorbereidend onderzoek ViT

In gesprek met verzorgenden
……. en met managers en wijkverpleegkundigen!
De belangrijkste conclusies uit het onderzoek
Artikel in Bijzijn

 

20160405_155926

De transitie in de ouderenzorg vraagt dus veel van de verzorgenden: zij moeten de consequenties van de transitie vertalen naar de praktijk en de cliënt. In het project Verzorgenden in Transitie is onderzocht waar verzorgenden in hun dagelijkse praktijk tegenaan lopen, welke competenties ze moeten bezitten en waar ze ondersteuning nodig hebben. Dit onderzoek is in het najaar van 2015 uitgevoerd onder verzorgenden en management van de vier kernpartners van VKI.

In gesprek met verzorgenden……..

Lausanne Mies (RVMO) heeft door middel van Stoytelling verhalen opgehaald bij verzorgenden. Ze vroeg hen te vertellen welke invloed de ontwikkelingen in de zorg hebben op de wijze waarop ze nu werken of willen gaan werken, maar ook met de organisatie van zorg en samenwerking in hun team. Het resultaat geeft een mooi beeld waar verzorgenden tegenaan lopen, maar vooral ook van hun drive om goede zorg te verlenen en cliënten zelfredzamer te maken!
“En ik geef hem complimentjes als hij iets zelf gedaan heeft, en dan is hij helemaal blij! Dan zijn we de grootste vrienden. Ik denk dat we allebei blij en tevreden zijn dat meneer meer zelf heeft gedaan, en ik hem de regie heb gegeven”.

Verzorgenden zijn bewust bezig met het bevorderen van eigen regie bij hun cliënten en het signaleren van hun ondersteuningsbehoeften. Ook zijn ze actief in het coördineren van de zorg.

“Ik was bij een cliënt en daar gebeurde wat rare dingen. De hond had nootjes in zijn voederbak, en in de theepot zat Yogidrink. En dan ga ik eerst inventariseren wie van de verzorgenden of de familie dat nog meer heeft gesignaleerd. Ik licht dan de casemanager dementie in, later lees ik dan in de rapportage dat ze bij mevrouw geweest zijn op mijn verzoek, en dan is de cliënt weer goed in het vizier. Ik kijk breed”

Verzorgenden zijn zich bewust van de beperkte tijd, de kosten van zorg en het belang van productiviteit. Ze ervaren een hoge werkdruk, enerzijds door de toenemende complexiteit van zorg, anderzijds door de tijd die het vraagt om de juiste indicatie te krijgen of te behouden. Zij ervaren soms een spanning tussen regels enerzijds en wat zij voor de cliënt willen doen anderzijds. Daarnaast zijn sommige verzorgenden onzeker over het behoud van hun baan.

“Want het is allemaal versnipperd. De WMO moet je bij het zorgloket aanvragen, voor aanpassingen moet je weer bij een ander loketje zijn. Ik begeleid mevrouw om zelf de voorzieningen aan te vragen. En ik coördineer, zodat ook de familie er ook meer bij betrokken is. Dat lukt toch wel”.

Over de samenwerking binnen het team is men positief, ofschoon elkaar onderling aanspreken als lastig wordt beschouwd. Ook betreuren sommige verzorgenden dat zij sommige taken waar zij wel voor opgeleid zijn niet meer uit mogen voeren.

……. en met managers en wijkverpleegkundigen!

Ook bestuurders, managers en wijkverpleegkundigen zijn bevraagd. Geertje van de Ven (FWG) heeft hen geïnterviewd en gevraagd naar hun mening over de veranderingen in de zorg en wat dat vraagt van verzorgenden.
Volgens de geïnterviewden ligt de kracht van verzorgenden in de directe zorgverlening. Men verwacht echter nu ook een meer analytische en reflectieve houding van verzorgenden. Ook communicatie en samenwerking worden als erg belangrijk beschouwd.

“Dit zijn de Rotterdammers. Die zijn gewoon aan het doen. Die stropen de mouw op en die gaan.”
Het zorgleefplan wordt als een belangrijk instrument gezien.

“Nu het zorgplan de basis is voor de financiering, komt het zakelijke dichter bij het professionele proces van de medewerker.”

“Verzorgenden zijn ongelofelijk loyaal zijn en ze blijven maar gaan, terwijl de veranderingen nu ook vragen om stil te staan bij waarom je de dingen doet zoals je ze doet.”

De samenwerking met de wijkverpleegkundige is door de transitie belangrijker geworden. Je moet als het ware een team rond de cliënt vormen en daarbij de cliënt en zijn omgeving betrekken. Signaleren van veranderingen in de zorgvraag is voor verzorgenden niet altijd even gemakkelijk: waar liggen je eigen grenzen? Wijkverpleegkundigen moeten als coach fungeren, moeten los kunnen laten en verzorgenden hun ‘power’ laten voelen. De eigen professionaliteit van de verzorgende wordt benadrukt.

“Ik denk dat verzorgenden erg binnen regels en protocollen worden opgeleid en dat ze weinig geprikkeld worden om creatief te zijn wanneer iets buiten het gangbare valt.”

“Ik krijg wel eens brieven van klanten waarin staat dat ze zo dankbaar zijn voor de verzorgenden. Verzorgenden zijn gewoon goed in fysieke zorg verlenen, daar hoef je volgens mij helemaal niet veel aan bij te spijkeren.”

De belangrijkste conclusies uit het onderzoek

  1. Ontwikkel een plan van aanpak op het gebied van samenwerking tussen de wijkverpleegkundigen en verzorgenden binnen het zorgteam:
    a. Resultaatgericht werken en het zorgleefplan
    b. Nadruk op welbevinden van de cliënt
    c. Zelforganisatie
    d. Gedeelde besluitvorming
  2. Stimuleer de vakontwikkeling en professionalisering van verzorgenden:
    a. Beschrijf het vak van verzorgenden
    b. Empowerment van de verzorgenden
    c. Methodisch handelen
    d. Professioneel leiderschap
    e. Reflectie op eigen handelen
    f. Visie op zorg
    g. Ethische aspecten van de transitie

Naar aanleiding van de onderzoekresultaten wordt op 1 december 2016 in een werkconferentie voor verzorgenden, zorgteams en management gekeken waar in de ondersteuning voor teams de nadruk moet liggen. Vervolgens wordt in overleg met samenwerkingspartners een programma samengesteld waarmee verzorgenden ondersteund kunnen worden. Het programma zal een bottom up benadering kennen, waarin zorgteams zelf aangeven waar ze hun aandacht op willen richten. Het programma start op 1 januari 2017.

Artikel in Bijzijn

Van ons voorbereidende onderzoek is in Bijzijn (2016) een artikel verschenen. Een aantal verzorgenden zijn geïnterviewd en vertellen wat de veranderingen in de ouderenzorg voor hen betekenen.