De verzorgende centraal
Veel aandacht is het afgelopen jaar uitgegaan naar de wijkverpleegkundigen, gezien de indicatiestelling en organisatie van zorg binnen de zorgverzekeringswet, maar in de directe cliëntenzorg krijgen vooral verzorgenden zowel intra- als extramuraal direct te maken met de gevolgen van de transitie:
- Nadruk op zelfredzaamheid en samenredzaamheid, informele zorg
- Van zorgen voor naar zorgen dat: begeleiden en ondersteunen van cliënten i.p.v. verlenen van ADL zorg
- Professionaliseringsslag verzorgenden: van ‘lieve’ naar vakbekwame zorgprofessional
- Ethische vraagstukken: minder zorg voor cliënten, ‘laat ik ze niet in de steek?’; ‘maak ik mezelf niet overbodig en verlies ik mijn baan?’, ‘wie is verantwoordelijk als er iets mis gaat?’
- Transitie in gedrag en organisatie
- Resultaatgericht werken: verzorgende zal meer de regierol hebben in de dagelijkse zorgverlening, waar de wijkverpleegkundige indiceert en organiseert
- Ook zij krijgen te maken met meerdere financieringsstromen: Zorgverzekeringswet, Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Wet Langdurige Zorg
Dit vraagt verandering op 2 fronten:
- Verzorgenden moeten een omslag in denken doormaken; van denken in termen van ‘zorgverlening’ en ‘kwaliteit van zorg’ en ‘geld’ naar denken in termen van ‘zelfredzaamheid’ en ‘betrekken informele zorg’ en ‘resultaten of ‘doelen’.
- Rol verzorgenden verandert: van vooral zorgverlener naar ondersteuner van cliënt en mantelzorg, regisseur van zorg, gezondheidsbevorderaar, professional en samenwerker.