Weer dezelfde trui…
Het is ochtend acht na de verhuizing van meneer Willems naar de kleinschalige woning voor mensen met dementie.
Door: Barbara Oppelaar, Trainer bij Ervarea
Dag acht dat hij zelf dezelfde roestbruine trui aantrekt. Wanneer hij aanschuift aan de ontbijt, kijkt teamlid Nicolien even met opgetrokken wenkbrauwen. In de gang zegt ze tegen haar collega Andrea ‘heeft meneer nou weer die zelfde trui aan?’ Andrea antwoordt dat hij echt niet anders wil, maar dat ze straks wel even zal helpen bij omkleden.
Maar als ze meneer Willems later mee neemt naar zijn kamer om ‘even lekker fris een andere trui aan te trekken’ loopt het al snel uit de hand. Meneer wordt erg boos. Na de koffie bespreken de collega’s de situatie. ‘Het is toch niet fris meer om acht dagen dezelfde trui aan te hebben’. Hoewel meneer niet ruikt en er geen vlekken op de trui zitten, is het gemeenschappelijke gevoel dat dit echt niet kan.
Andrea zegt dat zij in de overdracht zal aangegeven dat de avonddienst de trui even snel wast en droogt, zodat meneer het niet in de gaten heeft.
Dat zou een oplossing kunnen zijn, maar is het ook een prettige oplossing. Wanneer het team in gesprek gaat met de dochter van meneer vertelt zij dat hij altijd minstens twee weken in dezelfde trui liep. Deze roestbruine is ook nog een zijn ‘lievelingstrui’ dus die werd het meest gedragen. Voor hem vormt de trui misschien wel een stuk van zijn identiteit. En wie zijn wij dan om te besluiten dat een aantal dagen dezelfde trui ongewenst is. Omdat wij dat niet fris vinden. En natuurlijk moeten we in de gaten houden of het nog fris is en of meneer zich niet verwaarloost. Maar dat moeten we doen zonder onze eigen normen en waarden te veel op de situatie te projecteren.
In overleg met zijn dochter wordt besloten dat zij nog eenzelfde roestbruine trui koopt. Beide truien kunnen nu worden afgewisseld. Voor meneer een perfecte oplossing want hij draagt altijd zijn lievelingstrui.
De oplossing is er vaak wel, alleen moeten we vaak even buiten onze kaders zoeken!