Samen bedenken we dat we, vanaf het welkomsgesprek, hier als aandachtspunt mee aan de slag gaan. De basis vormt van de theorie van persoonsgerichte zorg en de formule van gedrag van Kitwood.
De biografie van een bewoner is daarbij ongelooflijk belangrijk.

Zo is mevrouw van Leijen ‘noem me maar Betty’ de volgende nieuwe bewoonster die wordt verwelkomd.
Zij heeft altijd samen met haar man een horeca-inrichting gerund. Na een paar eerste onrustige dagen waarin ze steeds vraag ‘wat kan ik doen, waar kan ik helpen?’, gaan we het experiment aan.
In de horeca is het over het algemeen hard werken en dienstbaar zijn. Betty wordt gevraagd of zij wil helpen met de tafel dekken, dat vindt zij geen enkel probleem. Dus gaan de teamleden een stapje verder. Ook het verzorgen en aanbieden van de drankjes wordt een taak voor Betty. In de keuken worden de glazen ingeschoken en op een dienblad gezet. Het dienblad draagt zij vervolgens routinematig naar de tafel en alle bewoners worden door haar voorzien. Dit is haar ‘bijdrage aan het dagelijks leven, haar zingeving’.

Als ze zelf op andere momenten lekker aan tafel zit, gebeurt het regelmatig, dat ze roept ‘jongens ik een geef een rondje aan de hele zaak’.
Betty doet er nog toe en medebewoonster mevrouw Simeon mompelt ‘dat is lief en dat scheelt weer in de kosten!’
Zingeving is voor iedereen anders maar de zoektocht meer dan waard!

Proost!