Blog: Zelforganiserende teams: Twee oren om te horen

Als ik vraag aan medewerkers in een team: “waar zijn jullie goed in?” Dan zeggen veel mensen: “ik kan goed luisteren”. “Hoe weet je dat dat zo is?”, is mijn volgende vraag. Eigenlijk weet je dat pas als je een gesprek zo voert, dat je wel “gedwongen” bent om anders te luisteren.

Door: Heleen van Leeuwen, teamcoach
auteur

Oefenen in luisteren
Daarom laat ik vaak de volgende oefening doen:
In tweetallen gaan mensen in gesprek met elkaar. Laten we ze A en B noemen. A vertelt iets wat haar op dit moment erg bezig houdt. B mag niets zeggen en alleen aanmoedigend reageren, de ander stimuleren haar verhaal te doen. Als A klaar is, gaat B het vertelde samenvatten. Niet alleen de inhoud, maar ook de emoties  die A liet zien en de vragen of zorgen die zij heeft. Maar zonder een eigen mening te geven of het probleem alvast te gaan oplossen.

En…hoe beviel het?
In een team waar deze oefening gedaan werd, vroeg ik hoe het was om zo in gesprek te zijn.
Een medewerkster die A was, vertelde: “Ik ging praten en verwachtte al gauw een reactie van B. Een advies of een oplossing of een oordeel. Toen dat niet kwam, ging ik door met praten. Ik vertelde het hele verhaal. Dat luchtte op en al pratend werden dingen voor mezelf helder.”
De collega die B was geweest zei: “Ik moest mezelf er steeds aan herinneren dat ik niks mocht zeggen. Omdat dat niet mocht, merkte ik aan mezelf dat ik anders ging luisteren. Er ontstond ruimte om me beter te  concentreren op haar verhaal. Ik kreeg goed door  waar haar verhaal echt om draaide. Toen ik dat daarna aan haar vertelde merkte ik dat ik haar beter begreep en dat zij zich beter begrepen voelde. Omdat het zo persoonlijk was, ontstond vertrouwen en leerden we elkaar beter kennen.”

Goedbedoelde raad
Het is toch juist fijn als je elkaar meteen goede raad geeft?
Het risico dat je dan loopt,  is dat de raad beter bij jou past dan bij de ander. Je vertelt hoe jij het zou doen en hoe jij erover denkt.  Maar goede raad moet juist aansluiten bij de ander en houdt rekening met wat er toe doet voor die ander.

Na het luisteren
In plaats van goede raad te geven, help je de ander door samen te onderzoeken wat mogelijk is. Dat doet de luisteraar door vragen te stellen:

  • Hoe komt het dat….?
  • Waarom is dit zo belangrijk voor je?
  • Wat zou er gebeuren als je zus of zo doet…?
  • Wat maakt dat je zo verdrietig/boos/bang bent?

Dit soort vragen  helpen A bij het bedenken van oplossingen. Want A zit zelf vaak verstrikt  in een “kringetje van gedachten”. B kan haar daar uithalen doordat ze goed geluisterd heeft en vragen kan stellen die de kern van het probleem raken.