“Aandacht voor zingeving? Daar heb ik helemaal geen tijd voor”

Dit dacht ik ongeveer 3 jaar geleden. Zingeving was voor mij iets zweverigs, en kostte mij teveel tijd. Tenminste, dat dacht ik, voordat ik tijdens mijn werk als wijkverpleegkundige bij Laurens meedeed aan het BLIB-project.

Door: Rozanne Colijn, Wijkverpleegkundige & sinds kort beleidsmedewerker wijkverpleging bij Laurens. Ze vindt aandacht voor zingeving, of eigenlijk voor de mens, erg belangrijk om welzijn en gezondheid te bevorderen van mensen.
auteur

BLIB (bij ons verheven tot werkwoord: ‘ik blib, jij blibt, wij blibben’) staat voor Betekenisvol Leven in de Buurt. Wat BLIB vooral niet is, is coaching of “weer een ander cursusje”. Wat het voor mij is, is een andere manier van kijken naar het leven, en daarmee ook naar de gezondheidszorg. Bij BLIB kijken we wat het leven voor iemand zin geeft: zingeving.

Zingeving wordt verschillend gedefinieerd, maar over het algemeen gaat het in alle definities om een proces dat in ieder mens zit waarbij het gaat om het zoeken naar doel of betekenis van het leven. Dit proces leidt tot een optimaal welbevinden (dat je je goed voelt). Dat is al niet meer zo zweverig toch?

Vooral in dit tijdperk waarin iedereen zich zo goed mogelijk wil voelen en mindfulness iets is dat er nou eenmaal bij hoort, is zingeving gewoon iets dat ‘er mag zijn’.

Dat zingeving ook steeds belangrijker wordt binnen de gezondheidszorg blijkt uit de verschuiving van de focus op ziekte en zorg naar gezondheid en welzijn. Ook maakt zingeving deel uit van het model van positieve gezondheid van Machteld Huber dat in steeds meer zorgorganisaties, overheidsinstanties en zorgverzekeraars gebruikt wordt.

Zelf zie ik aandacht voor zingeving als een middel om persoonsgerichte zorg te bewerkstelligen. Bij aandacht voor zingeving gaat het voor mij namelijk om de mens zien, en wat voor die mens nu echt belangrijk is. Aandacht hebben voor zingeving is in mijn DNA gaan zitten. Ik heb hier niet alleen aandacht voor tijdens de zorgverlening maar ook tijdens het begeleiden van leerlingen of collega’s en in mijn privéleven. Zingeving is wat mij betreft dan ook de essentie van gezondheid, in plaats van één van de zes pijlers van het model van positieve gezondheid. Het is namelijk waar alles begint. Wat drijft je als mens? Waar kom je je bed voor uit?

In deze blog geef ik 4 tips om met zingeving aan de slag te gaan. Zodat jij persoonsgerichter kunt werken en jouw werk leuker wordt!  Deze tips zijn gebaseerd op de ervaringen van mij en mijn collega’s en zijn dus niet per se wetenschappelijk onderbouwd.

Tip 1: “Het begint bij oprechte nieuwsgierigheid in de ander”

Voorheen startte ik intakegesprekken tijdens als wijkverpleegkundige met “vertel eens welke ziektebeelden u heeft ”. Tegenwoordig start ik met “Goh, kunt u iets meer over uzelf vertellen”. Een volgende vraag kan dan zijn: “en wat maakt u gelukkig in het leven?” of “hoe ziet een ideale dag er voor u uit?”. Dat is toch een hele andere manier van een gesprek in gaan. Op deze manier kom ik vanzelf tot wat de cliënt bijvoorbeeld graag zou willen doen, maar niet meer kan door een beperking. Dan ga ik daarop doorvragen “maar wat is dat dan wat u precies heeft” en “hoe komt dat dan”. Nu denk je vast: “Maar kost dit niet veel meer tijd?” Uiteindelijk niet. Door gewoon een goed gesprek te hebben met een medemens, kom ik te weten waar het echte probleem zit, wat de oorzaak is. Dit is een investering voor de juiste zorg, op de juiste plek.

“Maar over zulke persoonlijke onderwerpen begin je toch niet zomaar te praten?”, hoor ik je ook denken. Nou, bij de een gaat het makkelijker dan bij de ander. Mensen vinden het soms vreemd om over persoonlijke zaken te praten met iemand die ‘toch alleen maar komt voor de wond’. In dat geval vraag ik soms gewoon naar dat wat ik zie in huis: “goh, wat heeft u een leuke foto’s allemaal…”. Mensen hangen meestal foto’s op, of zetten beeldjes neer van mensen of dingen die voor hen belangrijk zijn. Ook hierdoor kom je dus iets te weten over de mens achter de aandoening. Cliënten reageren hier positief op.

 

 

Tip 2: “Kijk naar wat het oplevert”

Een tijd geleden kwam ik bij een meneer die al jaren in zorg zat met Parkinson. Hij had moeite met het stabiliseren van zijn bloedsuikers. Tijdens een gesprek bleek dat dhr. weinig bewoog, maar dit eigenlijk wel meer zou willen. We bespraken wat hij dan leuk zou vinden om te doen:“Dansen, ik houd van dansen, maar dat kan niet meer nu.” Doordat je als wijkverpleegkundige goed op de hoogte bent van de sociale kaart in een wijk, wist ik dat er een bewegingsgroep was waar mensen met Parkinson onder begeleiding van een fysiotherapeut dansles krijgen. We hebben tijdens het gesprek eigenlijk niet gepraat over de ziekte van dhr. of de noodzaak om meer te bewegen of iets te veranderen in leefstijl, wat vaak lastig is om te veranderen. Toch hebben we deze veranderingen uiteindelijk wel bereikt. Dhr. gaat nu een keer per week naar dansles, is gelukkiger en heeft inmiddels een Medido en stabielere bloedsuikers. Daardoor hoeven we in plaats van 2 keer per dag nog maar 1 keer per week langs te komen.

Tip 3: “Emoties mogen er zijn, we hoeven dit niet op te lossen”

Wat voor mij baanbrekend was een inzicht dat ik kreeg tijdens mijn ‘on the job’ coaching van onze BLIB geestelijk verzorger. Er was een mevrouw die haar zorgen bij mij uitte over het verloop van het leven met haar ziekte dementie. Zij kon goed verwoorden hoe dit ziektebeeld haar leven beïnvloedde. Van de kwieke dame die ze was, naar gekluisterd aan huis. In gesprekken met haar merkte ik dat ik snel geneigd was tips te geven hoe ze zich beter zou voelen. Dat zit een beetje in ons geloof ik, als zorgverleners, dat we het op willen lossen voor onze cliënten. Beter willen maken. Mijn BLIB coach gaf aan: “Rozanne, je hoeft het niet op te lossen. Door naar haar te luisteren en misschien te erkennen hoe frustrerend deze situatie is kan je er ook voor haar zijn” Ik besloot dit te doen. Ik merkte toen dat onze relatie anders werd. Mevrouw gaf na een aantal maanden toen ik de zorg met haar evalueerde aan dat zij het heel prettig vond dat zij altijd haar verhaal kwijt kon. Dit hielp haar echt bij het omgaan van haar vreselijke aandoening. Ik bedacht me dat ik het doel wat ik al enkele jaren probeerde te bereiken nu eindelijk had bereikt. Het loslaten van “het moeten oplossen” geef jezelf als zorgverlener rust en helpt de cliënt misschien soms nog wel meer. Ik zeg nu niet dat we nooit meer zaken moeten oplossen voor cliënten. Soms is het noodzakelijk om door te verwijzen naar bijvoorbeeld een psycholoog of geestelijk verzorger. Dan moet je er wel degelijk iets mee. Maar soms is het er laten zijn van emoties zoveel waard.

Tip 4: “Verwerk het indien nodig in het zorgplan”

Voorheen kwam het niet mij op om aandacht voor zingeving op wat voor manier dan ook in een zorgplan te verwerken. Maar als je de NANDA er goed op nakijkt zijn er verschillende verpleegkundige diagnosen te stellen op het gebied van zingeving. Gecompliceerde rouwen geestelijke nood zijn enkele voorbeelden.

Hierdoor hebben we als team gewerkt aan het bevorderen van welzijn en gezondheid van de cliënt en het afnemen van zorgvragen. Want dat is nog wel even een belangrijke nabrander. Aandacht voor zingeving doe je niet alleen. Dit doe je met je gehele team. Je kunt het nog zo mooi als wijkverpleegkundige in je zorgplan verwerken. Maar als je collega’s er geen aandacht voor hebben ga je nooit de doelen behalen die je samen met de cliënt hebt opgesteld. Mijn droom voor de toekomst is dan ook dat BLIB in elk zorgteam een werkwoord wordt.

Als je vragen hebt kun je contact opnemen via haar LinkdIn pagina: https://www.linkedin.com/in/rozanne-colijn of e-mail r.colijn@laurens.nl