Om vitaal te kunnen (blijven) werken in de zorg is het belangrijk om oog te hebben voor overgangsklachten en de impact hiervan op de samenwerking in je team. Tijdens dit kennisnetwerk bespraken we de overgang en het effect van overgangsklachten met verpleegkundig overgangsconsulent Ebel Molenaar.
Waarom is het eigenlijk belangrijk om het over de overgang te hebben?
Ten eerste is meer dan de helft van de – veelal vrouwelijke – verpleegkundigen ouder dan 45 jaar. En vanaf die leeftijd kunnen de eerste overgangsklachten verschijnen. Het gaat dus om een grote groep!
Ten tweede kunnen overgangsklachten een grote impact op iemands functioneren hebben. Naast opvliegers kunnen ook concentratieproblemen, stemmingswisselingen, klachten aan spieren en gewrichten, slaapstoornissen en vermoeidheid voorkomen. En die klachten kunnen niet alleen het welzijn en werkplezier van een zorgprofessional verminderen, maar ook voor meer verzuim zorgen. Zo is 34% van het verzuim van 40- tot 60-jarigen gerelateerd aan overgangsklachten. Door hier beter op in te spelen, kunnen we dit verminderen en voor iedereen een fijnere werkomgeving creëren waar werknemers duurzaam inzetbaar blijven. “De overgang is dus niet alleen een persoonlijk, maar ook een gedeeld probleem.”
Wat kunnen we er dan in het team en de organisatie aan doen?
Stap 1: Begin klein, begin in je team. Maak bespreekbaar waar je zelf last van hebt, of, als je zelf niet met de overgang te maken hebt, geef collega’s dan de ruimte hun klachten te bespreken. Durf aandacht voor het onderwerp te vragen. Zo zei een deelnemer: “Ik ga er direct in het teamoverleg mee aan de slag, want ik herken toch wel een aantal klachten.”
Stap 2: Houd in het team en in de organisatie rekening met medewerkers die last hebben van overgangsklachten. Zo kan het voor hen bijvoorbeeld fijn zijn om late diensten te draaien door slaap- en opstartproblemen, of kan het juist noodzakelijk zijn om eerder te stoppen door vermoeidheid. Ook op tijd pauze nemen en minder zorgtaken op je nemen zijn opties.
Zorg daarnaast voor expertise in de organisatie, bijvoorbeeld bij HR-afdelingen, door spreekuren van verpleegkundig overgangsconsulenten en advies door de arbo-arts. Het is belangrijk dat ook anderen in de organisatie op de hoogte zijn van de klachten die de overgang met zich meebrengt: “Mijn manager had ook echt wat op kunnen steken van deze middag.”
En wat kun je zelf nog doen?
Als je zelf overgangsklachten ervaart, zorg dan dat je jouw eigen grenzen bewaakt. Daarnaast zijn er allerlei professionals die jou kunnen ondersteunen, zoals de verpleegkundig overgangsconsulent. Zij kunnen je adviseren hoe jij je leefstijl kunt aanpassen (zo kunnen voeding en beweging goed helpen!), welke keuzes je kunt maken en zonodig doorverwijzen naar andere specialisten voor behandelingen, zoals hormoontherapie.
Vrouwen met overgangsklachten die daar op hun werk over kunnen praten, ervaren gemiddeld 30 procent minder lichamelijke uitputting en 40 procent minder emotionele uitputting dan vrouwen die in een organisatie werken waar dat niet zo makkelijk kan. Het ziekteverzuim wegens werkgerelateerde klachten is in organisaties met een open cultuur maar liefst 60% lager.We zijn benieuwd naar jouw ervaringen en tips: wat doe je met opvliegers tijdens je werk? Extra moe, hoofdpijn of andere klachten? Is daar begrip voor op je werk? En hoe bespreekbaar is de overgang in jouw team? In het kennisnetwerk voor verpleegkundigen en verzorgenden praten we in een vertrouwelijke setting over wat de overgang kan betekenen voor jou, je collega(‘s) en/of je team. Kom je ook?